Woordenlijst

De vroegmoderne rechtspraak bevat termen die in ons dagelijks taalgebruik niet meer voorkomen of een andere betekenis hebben gekregen. Zo kennen wij heden ten dage de term “aan de kaak stellen” in de context van “iets openbaar maken” (een misstand aan de kaakstellen). In vroegmodern Nederland heeft aan de kaak stellen een hele andere betekenis: namelijk het op het schavot hijsen van een verdachte om deze daarna “publyckelyk ten schande te maken”. Om onduidelijkheid te voorkomen zijn veel voorkomende termen uit de criminele archief hieronder weergegeven met een korte uitleg. Voor sommige termen is er een uitgebreide Wikipedia-pagina met aanvullende informatie gecreëerd.  Zie voor een overzicht van de diverse termen de door ons opgestelde Wikipedia-pagina “Criminaliteit en rechtspraak in Vroegmodern Nederland” (link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Criminaliteit_en_rechtspraak_in_vroegmodern_Nederland)

 

Apprehensie                  

Aanhouding of arrestatie van een verdachte. In veel gevallen werd deze aanhouding verricht door de klapwakers (nachtwachten) of rakkers (assistenten van de schout) die de verdachte in de kraag vatte.

 

Aan de kaakstelling  

Publiekelijk op een schandblok of schandpaal belachelijk maken van de veroordeelde. Hierbij werd de veroordeelde soms bekogeld met stenen of rot voedsel.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Schandpaal

 

Autopsie       

Inwendig onderzoek van het lichaam van een dode om de doodsoorzaak vast te stellen. Dit onderzoek werd verricht door de chirurgijn, de medicus van de stad. De chirurgijn bracht verslag uit aan de schepenen. Deze verslagen werden gebruikt in de rechtszaak om aan te tonen of er sprake was van doodslag of moord

https://nl.wikipedia.org/wiki/Autopsie

 

Baljuw

Zie Schout.

 

Brandmerking       

Zeer pijnlijke lijfstraf waarbij de veroordeelde een brandmerk kreeg aangebracht in het aangezicht, schouder of rug. Hierbij werd vaak het wapen van de provincie gebruikt. Brandmerking werd in Nederland in 1854 afgeschaft.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Brandmerking_(lijfstraf)

 

Chirurgijn

Hoewel de titel “chirurgijn” gelijk staat aan medicus, wordt met de “chirurgijn” in de vroegmoderne rechtelijke verslagen veelal de stadsmedicus bedoeld. Deze medicus verrichte in opdracht van de schepenen onderzoek op de stoffelijke overschotten van slachtoffers.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Chirurgijn

 

Doodstraf

Zwaarst mogelijke straf welke meestal werd voltrokken door verwurging met een koord of onthoofding met een zwaard. In sommige gevallen werd de veroordeelde op een houten wiel of rad gebonden en daarna met een stomp voorwerp geslagen tot de dood erop volgde. Deze straf gold voor de ernstigste misdadigers.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Doodstraf

 

Geldboete

De geldboete vindt zijn oorsprong in de Middeleeuwen waar de familie het slachtoffer “zoengeld” ontving van de familie van de dader. In de vroegmoderne periode werden kon strafvervolging in veel gevallen worden afgekocht door een boete te betalen aan de baljuw of schepen.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Boete

 

Geradbraakt

Zie Doodstraf.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Radbraken

 

Gerechtsdienaar

De gerechtsdienaar kan gezien worden als de voorloper van de politie. Gerechtsdienaren voerde arrestaties uit, deden onderzoek in naam van de schepen en vervoerden verdachten. Daarnaast assisteren de gerechtsdienaren schepenen bij het toepassen van tortuur of ondersteunden zij de scherprechter.

 

Geseling

De veroordeelde werd middels een zweep, tuchtroede of stok geslagen op het blote lichaam.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Geseling

 

Gevang

Gevangenisstraffen kwamen in vroegmodern Nederland relatief weinig voor. Het opsluiten van een veroordeelden was immers een dure aangelegenheid. Verdachten werden wel opgesloten in het gevang gedurende het onderzoek of in afwachting van hun straf. Veelal werden zij onder het stadhuis opgesloten.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Gevangenis

 

Rakker

Zie Gerechtsdienaar.

 

Scherprechter

De scherprechter of beul legde lijf- en doodstraffen ten uitvoer en paste tortuur toe tijdens de verhoren van verdachten.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Beul

 

Schout

De schout of baljuw was een bestuurlijk en gerechtelijke ambtenaar. De schout was verantwoordelijk voor zowel de opsporing als de vervolging van de verdachte en is daarmee vergelijkbaar met de hedendaagse functie van de officier van justitie.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Schout

 

Tortuur

Tortuur of marteling/foltering is het aanbrengen van lichamelijke pijn door bijvoorbeeld zweepslagen of duimschroeven om een verdachte tot een bekentenis te dwingen. Tortuur diende te worden toegepast in opdracht van de schepenen. In sommige gevallen leidde foltering tot de dood van de verdachte.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Marteling

 

Tuchthuis

Opsluiting in het tuchthuis (of rasphuis) moest de veroordeelde op het rechte pad brengen door tewerkstelling. Naast misdadigers werden ook armen of probleemgevallen opgesloten in het Tuchthuis.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Tuchthuis

 

Verbanning

Verbanning betekende dat een veroordeelde voor een bepaalde periode (of levenslang) niet meer de stad of provincie mocht betreden. Hierbij moest men bezittingen en familie achterlaten en een nieuw bestaan elders opbouwen.

https://nl.wikipedia.org/wiki/Verbanning

 

Verminking

Deze straf was met name in de periode voor 1650 populair. Hierbij werden ledematen afgehakt, ogen uitgestoken of snijwonden aangebracht.